Ju-no-kata

‘Ju’ is de wortel van randori en elk kata. Volgens Keiko Fukuda ligt de bron van het Ju-no-kata verscholen in zowel het Itsutsu-no-kata als het Koshiki-no-kata. In beide kata komen technieken voor die de ‘ware’ principes van het Judo perfect weergeven. Het Ju-no-kata is een kata welk is ontwikkeld met een specifieke expressie van ju no riai (de principes van ‘ju’) tussen aanval en verdediging. In dit kata gebruik je nooit te veel kracht en je gaat geen enkel moment tegen de kracht van je partner in. Je gebruikt zo weinig mogelijk kracht en maakt zoveel mogelijk gebruik van de kracht van je partner. Het Ju-no-kata is een oefening die je gehele lichaam oprekt, wat in geen enkel ander kata gebeurt. Wanneer dit kata wordt uitgevoerd met perfecte timing tussen aanval en verdediging, en anderzijds rustige bewegingen dan verschijnt een prachtig kata met een serene en tevens krachtige energieke uitstraling. Het Ju-no-kata is officieel als Kodokan kata opgenomen in 1887. In eerste instantie bestond dit kata uit 10 technieken en later werd het uitgebreid tot de huidige 15. Tijdens een vergadering met een commissie van Kodokan en Bututokai leden in 1907 werd het kata met 15 oefeningen vastgelegd.

In dit kata worden door middel van aanval en verdediging oefeningen gedemonstreerd waarbij de spieren een groot aantal samentrekkende en rekkende bewegingen maken. Dit gebeurt allemaal terwijl het lichaam van Tori continu in een zeer goede balans verkeerd.

Het Ju-no-kata is het enige kata welk kan worden uitgevoerd zonder gebruik te maken van een judomat of het dragen van een judopak. Tevens kan dit kata door mensen van alle leeftijden uitgevoerd worden ongeacht hun fysieke gesteldheid, mede doordat in dit kata niet geworpen wordt.

Dit kata wordt zeer langzaam beoefend. Als deze oefeningen in dit langzame tempo perfect worden beheerst wordt het tempo opgevoerd zodat deze oefeningen uiteindelijk ook effectief zijn in de zelfverdediging.

Het Ju-no-kata demonstreert het principe van ‘ju’ in relatie tot randori. Wanneer een oefening wordt uitgevoerd dient deze telkens twee doelen. Enerzijds wordt bijvoorbeeld het principe van een heupworp gedemonstreerd terwijl gelijktijdig dezelfde oefening wordt gebruikt voor fysieke training van het lichaam.

Tijdens de uitvoering van dit kata is het belangrijk dat de aanvallen worden uitgevoerd volgens de juiste aanwijzingen zodat de vitale punten op correcte manier worden aangevallen. Indien dit niet op de juiste manier gebeurt is de uitvoering van het kata betekenisloos. Als tai-sabaki ontoereikend wordt uitgevoerd of de timing  niet correct, dan kan het zijn dat de vitale punten niet goed worden geraakt of de ontsnapping niet helemaal lukt. Als tai-sabaki op correcte manier wordt uitgevoerd wordt de partner met weinig inspanning uit balans gebracht en gecontroleerd.

Ondanks de langzame bewegingen moet elke techniek met spirit worden uitgevoerd. Bij bv. de aanval met tegatana (handzwaard) moet de aanvaller zijn mentale en fysieke kracht bundelen in de gestrekte arm en vingers om op deze manier een betekenisvolle aanval te creëren. Het is belangrijk steeds te beschikken over een juiste timing zodat de ontsnappingen op het goede moment plaatsvinden. Tevens moet de aanvaller bij iedere techniek de aanval steeds inzetten in hetzelfde tempo. Zoals reeds gezegd heeft dit kata een hoge bijdrage aan de fysieke training. Tori moet Uke steeds blijven controleren omdat Uke anders zou kunnen vallen wanneer hij/zij uit balans is gebracht. Nadat Uke op Tori’s heup is getild tikt Uke af met zijn hand nadat hij door eigen kracht een (bijna) verticale positie heeft bereikt op Tori’s rug.

Naar Judo Kata Team Limburg